Waaiersluisdeuren naar Waterliniemuseum

Gepubliceerd op 11 juni 2020 om 10:52

De oude sluisdeuren van de Goudse Waaiersluis zijn onlangs vervangen voor nieuwe. De oude exemplaren zijn eruit gehaald en naar het Waterliniemuseum Fort bij Vechten in Bunnik gebracht, waar ze nu permanent worden tentoongesteld.

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), eigenaar van de bijzondere Zuid-Hollandse sluis in de Hollandsche IJssel, niet ver van de Haastrechtse brug, is blij met alle aandacht voor het waterbeheer. Hoe meer bezoekers leren over het belang van watermanagement, hoe beter dat is.

De Waaiersluis is een bijzonder type sluis. Het maakt bij alle waterstanden de doorvaart tussen het getijde- en het gekanaliseerde deel van de Hollandsche IJssel mogelijk. Het kan tegen de stroom in sluiten en dat is van belang omdat het als uitwaterings-, indundatie- en schutsluis dient.  De bedenker voor deze oplossing die in 1808 werd gebouwd, is Jan Jansz Blanken 1755-1838), geboren in Bergambacht, die net als zijn vader en broer werkte in dienst van Waterstaat. Hij was in 1815 de grondlegger van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en stierf als steenfabrikant in Vianen.

Blankens werk zorgde ervoor dat de IJssel van Gouda tot de Doorslag bij IJsselstein werd gekanaliseerd en een jaagpad kreeg, zodat het vervoer over water tussen Gouda en Utrecht en Vreeswijk  met trekschuiten mogelijk werd. Hij maakte de periode van de laatste stadhouder, de Franse tijd en de eerste koningen mee en  realiseerde in dienst van deze verschillende overheden meerdere grote waterwerken. De kanalisering kon pas beginnen toen Koning Willem I de rivier onder Rijkswaterstaat plaatste. Daarvoor was het tot het hart van de stroom eigendom van weerbarstige  landeigenaren.

Het plan, getekend door Jans broer Arie Jansz. Blanken, om ook het stuk rivier tussen Gouda en de Nieuwe Maas te kanaliseren, waarvoor een dam met sluizencomplex moest komen ter hoogte van de huidige Hollandsche IJsselkering tussen Capelle en Krimpen, haalde het niet. Ondermeer door de lobby van de dominante steenbaronnen die het niet wilden omdat ze de slibaanvoer van de Rijn via de Lek en Nieuwe Maas, de klei voor de fabricage van ijsselsteen, verloren zagen gaan. De komst van treinverkeer en scheepsmotoren maakte een jaagpad al snel ook niet meer nodig.

Fort bij Vechten in Bunnik is overigens door versoepeling van de coronamaatregelen weer geopend voor publiek.

Foto HDSR