1609-1672 Willem Vroesenhuis gebouwd van opbrengst loterij

Aangevoerd door de bikkelharde geuzenleider Lumey, veroverden in 1572 de protestantse watergeuzen Gouda. Vervolgens staken ze het klooster van Sint Margaretha tegenover het Oudemannenhuis bij de Sint Janskerk in brand. Het klooster ging verloren, maar omdat een aantal mannen wisten te voorkomen dat het vuur oversloeg bleef het huis ertegenover met zijn inboedel behouden

Voorwerpen uit andere katholieke gebouwen werden vervolgens opgeslagen in het Oudemannenhuis. Dat bleef er achter toen de Roomse godsdienst werd verboden. Omdat de het bestuur daarna geen afdrachtverplichting meer had, kon die het verkopen en dat leverde aardig wat inkomsten op. Zo was de continuïteit van het tehuis gewaarborgd.

Groei

De groei van de stad maakte dat er al snel uitbreidingen nodig waren aan het woonhuis van Willem Vroesen. Vroessen was in 1555 begonnen om onderdak te bieden aan twaalf Goudse 50-plussers van onbesproken gedrag. In 1600 woonden daar inmiddels 25 mannen. Daarom besloten de regenten het, samen met de buren van het Catherina Gasthuis, in 1605 groter aan te pakken en een nieuw Oudemannenhuis te bouwen.

Loterij

Om geld in te zamelen zetten beide charitatieve instanties in de zomer van 1609 een landelijke loterij op. De trekkingen vonden gedurende zes weken plaats in het Stadhuis, waarna de opbrengst kon worden geteld: 60 duizend gulden, waarvan eenderde bestemd voor het Oudemannenhuis; een fortuin in die tijd. Het was zeker voldoende voor de beoogde bouwplannen die rond 1623 werden uitgevoerd.

Vanaf 1659 mochten er uitsluitend nog 60-plussers komen wonen die minstens zes jaar het Goudse burgerschap hadden. Het regententeam van het Willem Vroesenhuis werd van drie naar vijf uitgebreid en er werd een rentmeester aangesteld.

Een achterkleinzoon van de stichter Willen Janz. Vroesen maakte viel door de mand toen als rentmeester 584 gulden achterover had gedrukt. Een enorm bedrag, dat hij alleen in termijnen kon terugbetalen.

Aan het eind van de Gouden Eeuw werd een vaste chirurgijn aangesteld, tevens barbier: Pieter Souburg. Zijn werkzaamheden in het propere huis bestonden uit het behandelen van de kwaaltjes van de bewoners en het ‘scheren en schrappen’. Arm- of beenbreuken mocht hij niet behandelen.

Lot uit de loterij voor het Gasthuis en Oudemannenhuis te Gouda, 1609, anoniem, 1700 - 1799

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.