Ruiterportret Maurits Lodewijk I van Nassau Lalecq naar Rijksmuseum

Gepubliceerd op 9 februari 2021 om 17:30

Het tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staat dit kwartaal in het teken van de restauratie van een groot ruiterportret van Maurits Lodewijk I van Nassau Lalecq dat wordt tentoongesteld in een expositie over slavernij het Rijksmuseum. Het schilderij komt uit het kasteel van Beverweerd. Maurits Lodewijk was de zoon van de nooit getrouwde Prins Maurits van Oranje die de heerlijkheden de Lek en Beverweerd van zijn vader erfde, zodat hij zich ondermeer Heer van Lalecq kon noemen. We weten dat Maurits Lodewijk met zijn neef stadhouder Willem III op veldtocht ging. Zijn jongere broer Hendrik van Nassau, heer van Ouderkerk sneuvelde al jong.

Een groot deel van de Krimpenerwaard behoorde toe aan de Van Nassaus. Toen prins René van Chalon van Orange, geboren als Reinhart van Nassau Breda, overleed, zorgde keizer Karel V ervoor dat René’s neefje, Willem van Nassau Dillenburg, bijgenaamd De Zwijger, zijn erfgenaam werd. Ook de heerlijkheid De Lek viel Willem de Zwijger ten deel, dat was een flink deel van de Krimpenerwaard, met Ouderkerk als belangrijkste plaats.

De jonge prins Willem kreeg niet alleen heel veel bezittingen in Nederland en België in de schoot geworpen, maar ook in Frankrijk, waaronder het soevereine staatje prinsdom Orange aan de Rhône, niet ver van Avignon. Na zijn huwelijk met de rijke Anna van Egmond werd de prins in een klap de grootste landeigenaar van de Lage Landen. Van Oranje had geen tijd om zich met heerlijkheid De Lek te bemoeien, dat toen hooguit wat inkomsten uit visrechten genereerde. Er waren ook nog wat agrarische bedrijven en steenbakkerijen. De hoofdplaats van Lalecq was Ouwerkerk (Ouderkerk aan den IJssel). Willem liet net als zijn voorgangers de lage rechtspraak en het vruchtgebruik over aan een ambachtsheer.

Maurits van Nassau werd na de moord op zijn vader Willem van Oranje stadhouder van de jonge republiek. Zijn oudere broer Filips Willem, katholiek opgevoed aan het Spaanse hof, erfde de meeste bezittingen van hun vader waaronder de titel prins van Oranje, maar genoot vanwege zijn geloof en Spaanse opvoeding niet het vertrouwen van de Staten Generaal.

Vanaf de jaren negentig deelde de katholieke Margaretha van Mechelen het bed met de protestantse Maurits. Prins Maurits wilde echter niet met haar trouwen, omdat hij interessantere opties voor zijn carrière wilde openhouden. Er kwam wel wat moois uit voort, want ze kregen samen drie kinderen: Willem, Lodewijk en Maurits die al op zijn dertiende overleed.

Maurits van Nassau koopt heerlijkheid De Lek

Maurits was het na de moord op het vader niet eens geweest met zijn halfbroers over de verdeling van de erfenis van hun vader en kocht daarom in 1613 de rechten van de ambachtsheerlijkheid De Lek, sjieker geschreven La Lecq, van ambachtsheer Albrecht van Naaldwijk. Zo kon hij aan zijn oudste zoon Willem zjin titel Heer van Lalecq overdragen. Zijn tweede zoon Lodewijk werd Heer van Odijk en Beverweerd.

Lodewijk erfde van zijn broer LaLecq toen die in 1627 door zijn slaap werd geschoten in de slag bij Grol. Bij Barbara Augustinus Cocx had Willem, een zoon verwekt: Willem Jonker van Nassau. Zijn kersverse echtgenote Anna van der Noot liet hij kinderloos in Sluis achter. 

Lodewijk van Odijk en Lalecq had het vertrouwen van zowel het machtige Huis van Oranje als van de Generale Staten. Hij trad daarom vaak als bemiddelaar op bij meningsverschillen tussen de graven en de Statenleden.

Heer Lodewijk trouwde met Elisabeth, gravin van Horn. Ze kregen negen kinderen. Drie van hun dochters trouwden met Engelse en Schotse graven. Hun zonen Maurits Lodewijk I van Nassau Lalecq, Willem Adriaan van Nassau van Odijk en Hendrik van Nassau Ouwerkerk, werden in 1679 door keizer Leopold I in de Rijksgravenstand verheven, waardoor zij de titel en het wapen van de graven van Nassau mochten voeren. De drie broers waren allen militair.

Graaf Maurits Lodewijk I werd als ruiter afgebeeld op het staatsieportret dat nu is hersteld in opdracht van het Ministerie. Maurits Lodewijk was kolonel in de cavalerie en gouverneur van Sluis. Met zijn echtgenote Anna Isabella van Beieren-Schagen woonde hij in het kasteel in Beverweerd.

Na zijn dood is hij bijgezet in het familiegraf van de bastaards van Maurits van Oranje in de dorpskerk van Ouderkerk aan den IJssel, net zoals zijn broers en ouders voor hem en zijn zoon graaf Maurits Lodewijk II van Nassau-Lalecq (1670-1740) en zijn nageslacht na hem.

Het door Barbara Schoonhoven gerestaureerde schilderij wordt van 12 februari tot en met eind augustus 2021 in het Rijksmuseum tentoongesteld. Niet om de heldhaftige daden van de Van Nassaus, maar omdat er een Afrikaanse jongen is afgebeeld die links op het schilderij naar de ruiter opkijkt en diens gepluimde helm vasthoudt. Het thema van de tentoonstelling is namelijk Slavernij. In de tijd dat dit schilderij door de nog onbekende meester werk geschilderd, was het sjiek om een Afrikaanse slaafje te hebben. Dat was een teken van rijkdom en daar pronkte de adel graag mee.

Hoe het verder liep

Maurits Lodewijk II moest het landgoed binnen ambachtsheerlijkheid de Lek in 1722 verkopen om zijn hoofd boven water te kunnen houden. Zijn acht kinderen liet hij met de schulden achter. Eén van hen, Hendrik Carel, heer van Beverweerd en Odijk kon het resterende erfgoed van de Lek voor de familie nog redden dankzij zijn rijke vrouw, bankierster Adriana Margaretha Huegetan.

De familie Lalecq woonde dan misschien niet in heerlijkheid De Lek, maar de meesten belandden na hun leven wel in het praalgraf van de bastaards van Van Nassau dat bijvoorbeeld tijden Open Monumentendag in de dorpskerk van Ouderkerk aan den IJssel te bezichtigen is.

Hun nazaten hebben dit graf beheerd tot in 1888 deze Van Nassau-tak uitstierf. Daarna is het ondergebracht in een Naamloze Vennootschap die in 1960 uit het handelsregister is geschrapt.

Downingstreet 10
werd Oldkirk House

Graaf Hendrik van Nassau van Ouwerkerk ging naar Engeland toen de prins Willem III Stadhouder-Koning van Engeland werd.
Aan zijn hof werd Hendrik opperstalmeester.

Hij woonde in Londen, Downingstreet 10, onder Engelsen beter bekend als the Oldkirk House.

Portretten van graaf Maurits Lodewijk I van Nassau Lalecq en zijn vrouw Anna Isabella van Beieren (foto’s Rjiksdienst Cultureel Erfgoed)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.