Wij bieden niet alleen wetenswaardigheden en nieuws over recreatie en uitgaan in de Hollandsche IJsselregio, maar ook over bezienswaardigheden, cultuur, ontstaansgeschiedenis en natuur.
Deze site moet langzaam uitgroeien tot het virtuele ecomuseum van de Hollandsche IJssel in Zuid-Holland. Dus van Haastrecht tot aan de Nieuwe Maas. Wie ideeën heeft, of iets te melden, kan zijn bericht of beeldmateriaal sturen via deze link
ACTUEEL
Admiraal Jan den Haen was eigenaar steenplaats in Ouderkerk
In de Gouden Eeuw was de handelsvloot wereldwijd verantwoordelijk voor de rijkdom van de Lage Landen. Maar dat had zijn keerzijde, want er waren letterlijk altijd kapers op de kust. Alleen een sterke oorlogsvloot kon voorkomen dat vijanden er met de handel en de schepen vandoor gingen. Deze oorlogsschepen werden ook ingezet bij conflicten tussen de naties. We kennen allemaal de zeehelden Tromp en De Ruyter. De Goudse admiraal Jan den Haen kreeg niet zo’n heldenstatus en ging roemloos ten onder tijdens een ongelukkige zeeslag in Italië. Toch maakte Jan heel veel mee in de 27 jaren die hij bij de marine van de Republiek der Zeven Provinciën diende. Jan en zijn gelijknamige zoon waren tegelijkertijd investeerders in de steenplaats de Doornboom in Ouderkerk aan de IJssel.
Jan den Haen werd in 1630 geboren als zoon van de Goudse messenmaker Jan Jansz den Haen en Aefken Crijnen Hola. Al jong had hij al een fascinatie voor schepen en deed hij klusjes voor schippers die in de haven lagen.
In 1650 greep hij zijn kans en vertrok uit Gouda om in dienst te kunnen treden bij zijn oom Cornelis (Kees) Hola, die kapitein was van de Admiraliteit van Amsterdam.
Wonen aan de Turfmarkt
Jan trouwde in 1652 met Magdalena Cools. In datzelfde jaar voer hij als secretaris van zijn oom Kees Hola mee op het schip De Gouda tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. Toen zijn oom wegens lafheid in het jaar daarop in ongenade was geraakt, bleef Jan in dienst en stapte over op het schip de Bommel van kapitein Pieter van Brakel.
In 1654 kocht hij zijn eerste huis De Bonte Koe in Gouda aan de Turfmarkt 92/94. Zijn vrouw Magdalena had daar kort plezier van, want ze stierf een jaar na de dood van hun eerste zoontje Jan.
Den Haen maakte al snel promotie en werd in 1656 benoemd tot luitenant. Als luitenant-commandeur van het schip de Haarlem (40 kanonnen) vocht hij op 29 oktober 1658 bij de Slag in de Sont bij Denemarken. Dat was ook het jaar dat hij hertrouwde met Hillegonda Hendricksdr Kleymeel. Op 12 maart 1659 werd hij buitengewoon kapitein op de Haarlem.
Door een ziekte, die hij in Denemarken opliep, werd hij echter gedwongen naar Nederland terug te keren en moest hij zelfs aankloppen bij de armenzorg, want als buitengewoon officier werd zijn gage niet door de Admiraliteit doorbetaald.
Vanwege de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog werden opnieuw manschappen geronseld en kon Den Haen opnieuw aanmonsteren bij de marine. Hij kreeg in 1665 het bevel over de Stad en Lande om mee te doen aan de Slag bij Lowestoft in het Vijfde Eskader onder vice-admiraal Cornelis Tromp. Jan heroverde tijdens deze slag het schip de Great Charity op de Engelsen, dat eerder onder Nederlandse vlag voer. Ook al verliet hij daar met zijn oorlogsbuit het slagveld zonder order, als beloning kreeg hij een gouden ereketen en de theoretische tegenwaarde van het schip, 10.000 Engelse ponden.
Financieel stond hij er nu plots veel beter voor. Met dat geld loste hij zijn hypotheek op De Bonte Koe af en kocht hij een nieuw huis op de Turfmarkt, dat later bekend zou worden als Het Admiraalshuis. Ook kreeg hij van de Admiraliteit een vast dienstverband en het commando op de Calantsoog, een oorlogsbodem met 68 kanonnen.
In de Vierdaagse Zeeslag tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, die plaatsvond in juni 1666 tussen de Engelse en Vlaamse kust, raakte de Calantsoog zwaar beschadigd. Het jaar daarop voer hij met hetzelfde schip mee in de Tocht naar Chatham in het eskader van luitenant-admiraal Willem Joseph van Ghent. Dat leverde hem in 1670 een bevordering op tot schout-bij-nacht.
Schout-bij-nacht op de Gouda
Tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog, kwam Jan als kapitein terug op de Gouda, waar hij als jonge schrijver bij zijn oom Kees was begonnen. Als schout-bij-nacht was hij de plaatsvervangende vice-admiraal. Het schip van de schout-bij-nacht voer in de regel als hekkensluiter van een eskader. De Gouda speelde een rol in 1672 bij de Slag bij Solebay onder Michiel de Ruyter. Na afloop verving hij vice-admiraal Isaac Sweers.
Den Haen, die Orangist was, beschuldigde na dit treffen vijf officieren van lafheid. Volgens de krijgsraad was dat echter ten onrechte. Hij maakte door zijn opstelling geen vrienden onder de andere officieren van de Republiek.
In 1673 was hij zowel bij de Eerste als de Tweede slag bij Schooneveld van de partij, opnieuw als secondant van Cornelis Tromp. Jans optreden tijdens de Slag bij Kijkduin, waarbij de Engelsen werden verslagen en Den Haen van schip moest wisselen, werd op 6 oktober 1673 beloond met zijn benoeming tot vice-admiraal, als vervanger van de gesneuvelde Isaac Sweers.
Zijn privévermogen nam gestaag toe. In dat jaar kon hij in Gouda de voormalige Barbarakapel op de hoek van de Keizerstraat en de Kuiperstraat opkopen.
Gevechten bij Italië
Na de Franse invasie draaiden de rollen om en werd Spanje bondgenoot van Nederland. Admiraal Tromp werd in 1674 naar de Middellandse Zee gestuurd om de Spaanse vloot te ondersteunen bij de verovering van de Franse kust. Den Haen voer als hoofd van een smaldeel als zijn rechterhand.
In augustus 1675 kreeg vice-admiraal Den Haen opdracht van De Ruyter om met zijn eskader, waarin ook de Goudse kapitein Pieter van Middellandt voer met het schip de Steenbergen, richting Zuid-Italië te koersen om in Calabrië de bevolking van Messina te helpen die in opstand was gekomen tegen de Franse overheersers.
Er was geen klik tussen De Ruyter en Den Haen, de laatste voelde zich niet serieus genomen en wilde niet met de Spanjaarden samenwerken. Den Haen wachtte met zijn eskader niet op de hoofdvloot, maar voer naar Napels om te zien of daar met handel wat te verdienen viel. Na herhaalde orders van De Ruyter, keerde hij pas na zeven weken, op oudjaarsdag, met zijn oorlogsschepen bij de hoofdvloot terug. Die lag intussen in een haven bij de ingang van de door de Franse vloot gecontroleerde Straat van Messina tussen Sicilië en Calabrië.
Den Haen kreeg daar bonje met zijn stadsgenoot schout-bij-nacht Pieter van Middellandt van de Steenbergen, die niet met Jan was meegegaan, maar wel op De Ruyter had gewacht; een ruzie die door De Ruyter moest worden bijgelegd.
Bij de Slag bij Stromboli op 8 januari 1676 verloor de Nederlandse vloot van de Franse, ondanks de hulp van een Spaans schip. Napels bleef wel voor Spanje behouden.
In april troffen ze de sterke Franse vloot onder Duquesne opnieuw. Deze keer kort maar hevig in de Slag bij Agusta aan de oostkust van Sicilië. Er vielen bij dit treffen veel gewonden en doden, waaronder De Ruyter, maar er ging geen schip verloren.
Den Haen, die het derde eskader aanvoerde, kon niet op tijd bij de gevechten aan de frontlinie komen, omdat het tweede eskader, bestaande uit Spaanse schepen, hem ophield.
Admiraal door sneuvelen De Ruyter
De Krijgsraad benoemde Jan na het overlijden van De Ruyter tot bevelhebber over de vloot en daardoor wapperde de admiraalsvlag op de Gouda (76 kanonnen), toen ze met het gebalsemde lichaam van De Ruyter via de zuidkant van Sicilië naar Palermo voeren voor reparaties.
Den Haen zond een brief naar prins Willem III van Oranje met het advies om Cornelis Tromp tot opvolger van De Ruyter te benoemen. Tegelijkertijd verzocht hij de Admiraliteit van Amsterdam of hij als opvolger van Tromp de nieuwe luitenant-admiraal kon worden.
Wat ook het antwoord zou zijn geweest, die post las hij nooit: zijn achterhoofd werd eraf geschoten tijdens de Slag bij Palermo op 2 juni 1676. Daar lag de Spaans-Nederlands vloot nog voor reparatie toen de Fransen er branders op af konden sturen.
Jan den Haen (46) stond voor de grote mast op het vinkennet, toen hij door de kogel werd getroffen. Zijn stadsgenoot en schout-bij-nacht Pieter van Middellandt was al een paar dagen ziek in zijn kajuit toen zijn schip de Eendracht in brand vloog. Om zijn leven te redden sprong die uit een raam en verdronk.
Het praalgraf van De Ruyter, gemaakt door beeldhouwer Rombout Verhulst, was het laatste dat voor zeehelden van de natie werd opgericht, want toen de Admiraliteit van Amsterdam ook een praalgraf voor Den Haen wilde laten oprichten – de opdracht was al gegeven aan Verhulst – werd dat door de Staten-Generaal verboden. Jan was immers niet door de overheid, maar door de krijgsraad tot vervangend vlootaanvoerder benoemd. Een eerbetoon was ook niet passend vanwege het grote verlies dat de vloot onder zijn leiding had geleden bij Palermo. Mogelijk speelde zijn eigengerijde gedrag een rol en de ‘moeilijke geaardheid’, waarvan Michiel de Ruyter hem had beticht.
Graf in Sint Janskerk
Den Haen werd op 26 april 1677, bijna een jaar na zijn dood, in de Goudse Sint Janskerk begraven aan de voet van glas 22. Een rouwbord met zijn naam, de overlijdensdatum en zijn degen werden in de kerk opgehangen. Ze zijn nu in Museum Gouda te zien.
Van Jan den Haen zijn geen portretten gemaakt, zoals van de andere zeehelden De Ruyter en Tromp. Daardoor weten we niet hoe hij eruit heeft gezien.
Eigenaar steenfabriek
Voordat hij koers zette naar Zuid-Italië in 1675, investeerde Den Haen in een Ouderkerkse steenplaats in de Hoge Nesse (IJssellaan), waarschijnlijk De Schans, die had twee zellingen in het er tegenoverliggende Nieuwerkerk. De admiraal verstrekte kennelijk ook leningen, want Merritgen Gielen van steenplaats de Schans, de weduwe van Thonis Leendertse Steenbacker, die geholpen werd door Ariaan Janszoon Uytenbroek, loste in 1677 de schuld van 1200 gulden af, die zij bij hem had.
Zoon Jan erfde de steenplaats toen zijn vader sneuvelde, maar verkocht hem op 3 mei 1683 aan Cornelis Aryen Weggeman.
Jan juniors carrière als zeeman duurde te kort om een rol van betekenis te spelen in de vaderlandse geschiedenis. in 1689 verdronk hij in Plymouth.
1820-1893 Met Jan Smits verdween Ambachtsheerlijkheid Nieuwerkerk aan den IJssel
Na een lange tijd eigendom van de stad Gouda te zijn geweest, kwam in 1848 de Ambachtsheerlijkheid Nieuwerkerk aan den IJssel in handen van een particulier. Jan Anthonie Smits was de enige en laatste ambachtsheer die trots gebruik kon maken van de titel Heer van Nieuwerkerk. Eerder was de heerlijkheid altijd een combi Capelle en Nieuwerkerk geweest, waar in het begin ook Moordrecht onder viel. Met zijn overlijden verdween de ambachtsheerlijkheid, want Smits van Nieuwerkerk bepaalde testamentair dat de ambachtsheerlijkheidsrechten na zijn overlijden moesten worden vernietigd en zo geschiedde na zijn overlijden in 1893.
Wie was deze laatste Heer van Nieuwerkerk?
IJsselsteen een Belgische kloostermop?
De steenfabrikanten langs de Hollandsche IJssel klaagden er regelmatig over bij de regering dat ze baksteen betrokken uit Vlaanderen. Daar werd goedkopere steen geproduceerd. De ijsselsteenbakkers vonden dat dit ten koste ging van de werkgelegenheid in eigen land en dat de kwaliteit van de Vlaamse baksteen beduidend minder was. Om de laatste reden kocht Antwerpen immers voor hun nieuwe kademuren ijsselsteen.
Er kwam in 1894 in België het eerste deel uit van de serie Vak-& Kunstwoorden met de passende titel 'Steenbakkerij', geschreven door Theofiel Coopman. Op zich een interessant initiatief, want allerhande terminologie wordt er duidelijk in uitgelegd.
Maar dan bladeren we door naar de 'H' om te zien wat Theofiel te melden heeft over onze geliefde Hollandse ijsselsteen en krijg je de indruk dat deze schriftgeleerde mogelijk alles wist van kinderkopjes en kasseien, maar nooit van 'ijselsteen' had gehoord. Hij schrijft namelijk in duimen in plaats van centimeters. Aangezien de duim meer dan 2,5 centimeter lang is, wordt de 'Hollandsche IJselsteen' daardoor groter dan een kloostermop, namelijk tot 40 centimeter lang, 20 centimeter breed en 10 centimeter dik.
Voor wie wil weten hoe groot een kloostermop is: die staat er niet in. Hij wordt in het boek namelijk 'kloostermoef' of 'reuzen moef' genoemd en blijkt eveneens 2,5 keer groter dan in werkelijkheid.
Dat kan geen toeval zijn en het vraagt om nader onderzoek. Wat blijkt? De invoering van het metrieke stelsel in 1920, naar de IJkwet uit 1916, had nogal wat voeten in aarde. De centimeter was natuurlijk een Frans woord en daarom werd de ingeburgerde naam 'duim' gebruikt om de centimeter te duiden en de 'el' voor een meter. Veel materiaal kwam nog uit Engeland, waar ze inches bleven hanteren, die qua lengte vergelijkbaar was met de oude duim van 2,5 centimeter lang. De 'duimstok' van een meter kreeg daarom zowel streepje voor inches als centimeters. Er ontstond nu verwarring omdat praktijkmensen de oude duimmaat bleven gebruiken, afgemeten aan de inchschaal.
De impact van de ijsselsteenindustrie op de regio
De baksteenindustrie aan de Hollandsche IJssel domineerde eeuwenlang in de Nederland. De fabrieken hadden een enorme ecologische en maatschappelijke impact op onze regio. Langs de ‘levende rivier’ waren maar liefst 40 steenplaatsen, zoals de plekken werden genoemd waar de bekende gele ijsselsteentjes werden gemaakt.
De buurtschappen langs de IJssel danken er hun bestaan aan. De miljarden ijsselsteentjes werden overal toegepast. Ze werden niet alleen gebruikt voor woningen, boerderijen, straten en pleinen in de Lage Landen, maar ook geëxporteerd en als ballast gebruikt door de handelsvloot. Na een half millennium raakten de ijsselsteentjes echter in ongebruik en verdwenen de fabrieken.
Rob Stolk neemt u mee in dit ongelofelijke stukje geschiedenis, zo heel dichtbij! De lezing die in november vorig jaar zou plaatsvinden vindt nu plaats op
Vrijdagmiddag 25 maart aanvang 16.00 uur.
Entree € 10.-, Vrienden € 7.-, jongeren tot 25 jaar € 5.- incl. drankje en hapje (opties zijn te kiezen bij het bestellen van kaarten).
Het Van Cappellenhuis vindt u aan het eind van de Kerklaan in het oude Dorp van Capelle aan den IJssel. Het maakt gebruik van het coronatoegangsbewijs voor bezoekers van 12 jaar en ouder.
EXPO in de maak
Gouda bestaat 750 jaar. Daarom organiseert een team van vrijwilligers van GOUDasfalt de EXPO GOUDA MAAKT in de Zeepfabriek, Buurtje 5 - 9 bij Croda. Een tentoonstelling over de maakindustrie in Gouda vroeger, nu én later. Het team is al ruim een jaar bezig met de voorbereidingen.
Studio Makkink & Bey zal de expositie ontwerpen. Half januari startte ‘het Bouwteam’, ook bestaande uit vrijwilligers van GOUDasfalt, met de inrichting van de expositieruimte. EXPO GOUDA MAAKT is te zien van 6 april t/m 25 september 2022 en wordt mede mogelijk gemaakt door de bijdrages van fondsen, bedrijven, sponsors en MBO-scholen.
Als de EXPO opent in april 2022 gaat een groep vrijwilligers samen met studenten van verschillende MBO opleidingen aan de slag om ervoor te zorgen dat alles op rolletjes loopt. De organisatie is nog op zoek naar:
- Gastheren/gastvrouwen die bezoekers welkom heten bij de ingang. En verwijzen als dat nodig is.
- Rondleiders die in de tentoonstellingsruimte vragen beantwoorden. Fijn, maar niet essentieel, als u al wat meer weet van de geschiedenis van Gouda of van de onderwerpen die op de EXPO te zien zijn. Wij zorgen voor achtergrondinformatie op papier.
- Veermannen en maatjes voor het pontje GEIN.
De EXPO is geopend van 6 april tot en met 25 september 2022, op woensdag tot en met zondag van 12.00 - 18.00 uur. Meer weten? Kijk dan op www.expogoudamaakt.nl.
Kijk op www.expogoudamaakt.nl voor meer informatie.
Bestuur weer op sterkte
Na de periode van ziekte en uiteindelijk het tragische overlijden van voorzitter Herman Ruiter heeft het bestuur van GoudAsfalt enige tijd bestaan uit slechts twee personen: William Roosemalen en Werner Trooster. De vacatures in het bestuur zijn inmiddels opgevuld door Jurjen van den Broeck, Jan van der Linden en Erik Rietveld. Hiermee is er weer een compleet bestuur van de Stichting met veel kennis en ervaring om actief samen met de vrijwilligers, gebruikers, omgeving en andere betrokkenen verder te gaan om GOUDasfalt nog beter en mooier te maken. De voorzitter is geworden William Roosemalen (voorzitter en penningmeester), overige bestuursleden zijn Werner Trooster (secretaris), Jurjen van den Broeck, Jan van der Linden en Erik Rietveld.
Huis van de Kikker Zaag55 operationeel
Zaag55 gaat door met de transformatie van het gebied op eiland De Zaag waar ooit de beroemde scheepmotoren van Machinefabriek Bolnes werden gemaakt. De nazaten van oprichter Van Capellen hebben nu de ambitie om er een plek te maken waar mensen kunnen ontmoeten en werken in een inspiratievolle omgeving in het groen. Eiland De Zaag was een zeeg die in de Nieuwe Maas ontstond door stuwingen van sediment op de plek waar de Lek en de Noord elkaar ontmoetten. Het ligt tussen Nieuwe Maas en Bakkerskil. De laatste waterloop en de Sliksloot tussen Krimpen aan den IJssel en Sotrmpolder werd vroeger gebruikt door schippers die via de Merwede en Hollandsche IJssel voeren tussen het Bourgondische achterland en de Zuiderzee. Deze verplichtte vaarweg via Dordrecht en Gouda bracht welvaart aan de Hollandsche IJsselregio. Het natuureiland naast het vloedbos van Stormpolder is bereikbaar via een brug in Krimpen aan de Lek.
Huis van de Kikker in gebruik genomen
De voormalige directiewoning, die nu ligt aan het nieuw gecreëerde natuurgebied met 5 kilometer wandelpad door vloednatuurgebied, heeft een upgrade gekregen en is nu beschikbaar voor bijeenkomsten en overnachtingen. Het kreeg de naam Huis van de Kikker. Kikker was de bijnaam van de laatste Bolnes directeur en bewoner van het pand J.H. Van Cappellen, omdat hij door een handicap een vreemd loopje had. Dit pand heeft de oorspronkelijke uitstraling gekregen door een bijzondere ingreep. Het is nu aan de waterkant uitgebouwd en voorzien van een nieuw terras op dijkhoogte. De Josephinezaal zaal is beschikbaar voor vergaderingen en recepties. De vier slaapkamers zijn in Art Decostijl ingericht.
Restaurant De Proefstand opent najaar.
Het nieuwe restaurant aan de entreekant van de fabriek wordt in het laatste kwartaal van dit jaar geopend. De keuken komt op de plek waar vroeger scheepsmotoren werden getest. Het is de bedoeling dat groente en fruit wordt gekweekt in een nieuwe kas, die wordt gebouwd op de plek waar de privékas van de familie Van Capellen stond. Daarvoor zijn een aantal noodkantoren verwijderd. Chefkok wordt de Australiër Lucas Jeffries met internationale ervaring, die een experiment niet uit de weg gaat en vooral wil werken met lokale producten. Hij geeft een moderne draai aan klassieke gerechten.
Boeken kan via de website zaag55.nl
Hollandsche IJssel ontstond rond het jaar 100 door menselijk handelen
We gaan terug naar het begin van onze jaartelling en belanden in het ondoordringbaar moerasbossengebied van de Rijn/Maasdelta. Aan de rand van deze enorme veengebieden en op oevers van de kreken in de Maasdelta aan de Rotterdamse kant vestigen zich mensen. Met sloten en duikers ontwateren ze het gebied om landbouwgrond te creëren. We zien dat het veenpak daardoor inklinkt, het rivierwater dieper landinwaarts doordringt en daar vervolgens zand en slib afzet.
De kreken worden daardoor ondieper en het water zoekt zijn weg verder, zodat deze waterlopen breder en langer worden. Aan de Utrechtse kant van het moeras in de Rijndelta zien we dat precies hetzelfde proces zich afspeelt.
Ontbossing langs de Rijn in Duitsland
Tegelijkertijd wordt langs de Rijn het huidige Duitsland massaal ontbost en dat zorgt voor een enorme hoeveelheid sediment dat in de delta belandt en het veenpak verder indrukt. Door het hoogteverschil tussen de Rijn- en Maaskreken is er geen houden aan als de eerste waterlopen elkaar rond het jaar 100 tegenkomen. Er ontstaat een Isel (in latijn ‘Isala’, dat waarschijnlijk stroming betekent) die we nu de Hollandsche IJssel noemen.
De samenkomst van kreken die daarna de Lek gaan vormen is onvermijdelijk en volgt 200 jaar later.
Beide aftakkingen bieden een gunstigere waterloop voor de Rijn. De oorspronkelijke loop richting Katwijk verzandt aan de monding zodanig dat bisschop Godebald van Utrecht in 1122 de honderd meter brede Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede laat afdammen om overstromingen tegen te gaan.
In project ‘The Dark Age of the Lowlands in an interdisciplinary light’ werken wetenschappers samen aan een reconstructie van de Lage Landen. Fysische geografen van de Universiteit van Utrecht vonden daarbij het bewijs dat in de eeuwen na het begin van onze jaartelling de Lek en Hollandsche IJssel onstonden door menselijk handelen. Hun conclusie verscheen 25 september in het wetenschappelijk tijdschrift Geology. Het leert ons dat kleine menselijke ingrepen in rivierdelta’s grote gevolgen kunnen hebben.
Bron en illustraties: uu.nl/en/news/unintentionally-caused-changes-in-river-courses van het departement Fysische Geografie van de Universiteit van Utrecht (2018).
Lezing steenindustrie uitgesteld
De lezing over de impact van de ijsselsteenindustrie die afgelopen vrijdagmiddag door Rob Stolk in het Van Cappellenhuis zou worden gehouden, is vanwege corona uitgesteld tot vrijdag 25 maart.
Inspirerende voorzitter GOUDasfalt overleden
De voorzitter van GOUDasfalt, Herman Ruiter, is afgelopen maandag overleden in het Groene Hart Ziekenhuis. Hij stond aan de wieg van het intiatief GOUDasfalt en was van meet af aan actief als bestuurslid. Hij was voorzitter vanaf april 2017. Aanvankelijk werd argwanend door de gemeente Gouda gekeken naar de idealistische low cost geitenharenwollensokkenplannen van de stichting die het vervuilde koudasfaltterrein voor recreatieve doeleinden wilde inzetten. Maar het enthousiasme van de initiatiefnemers gaf voldoende vertrouwen om hen in zee te gaan. Naarmate de plannen gestalte kregen, bewees de stichting zijn bestaansrecht en ontwikkelde zich een van de belangrijkste recreatieplekken in Gouda, waar inmiddels veel mensen ook hun brood kunnen verdienen. Mede-bestuurder Werner Trooster noemde Herman Ruiter ‘een doorgewinterde vergaderaar’ en legt in zijn nagedachtenis uit hoe hij de lat voor mensen die met plannen kwamen wel hoog kon leggen.
Op maandag 11 oktober is er van 11.00 tot 12.30 uur een informeel samenzijn op GOUDasfalt, Gouderaksedijk 32 in Gouda. Iedereen is daar welkom. Herinneringen kunnen worden gedeeld via www.memori.nl/gedenkplaats/Herman-Ruiter
Leefgoed klaar voor de toekomst
De afgelopen weken is de laatste hand gelegd aan de laatste vergaderlocatie op Leefgoed de Olifant in Nieuwerkerk aan den IJssel. Het is een gebouw met daarin twee vergaderzalen die de toepasselijke namen De Plaets (refererend aan de steenplaats die er vroeger was) en De Weide. Ze hebben ieder een eigen ingang en zicht op de natuur en de uitgebreide modelmoestuin die tussen dit pand en de ernaast gelegen vrijstaande vergaderlocatie De Hut, die eerder in dezelfde stijl werd gebouwd. De catering wordt verzorgd vanuit het ernaastgelegen restaurant De Dames. Lunchen kunnen gebruikers in De Kas. Met dit project is het bebouwd oppervlak van het park met beeldentuin optimaal benut en qua locatievoorzieningen afgerond. De daken, zelfs een deel van de wanden zijn bedekt met zonnepanelen die voor stroom zorgen van het Leefgoed. (Bron Leefgoed.nl)
Documentaire Stenen uit slib
Documentaire over de IJsselsteenindustrie gemaakt door Cor Vemeulen met voice-over van Johan Knoester van Historische Vereniging Nieuwerkerk aan den IJssel, met filmfragmenten uit 1937 van cineast Jan Maris en beelden van de productie uit 1962.
NIEUWS
Hollandsche IJssel wordt geen erfgoedlijn
De collectieve inspanningen van de afgelopen jaren konden gedeputeerde Meindert Stolk (CDA) niet overreden om de Hollandsche IJsselregio een eigen erfgoedlijn te geven, of aan een bestaande erfgoedlijn toe te voegen. De gelaagdheid van de Hollandsche IJssel maakt dit te ingewikkeld, kiezen voor aansluiting op een bestaande erfgoedlijn zou de regio te kort doen. Het besluit is teleurstellend, niet alleen voor Gerard Hoogerwaard en Rob Stolk als burgerinitiatiefnemers, maar vooral voor de betrokken gemeenten en stakeholders die zich achter (de onderbouwing van) het blauwe bidboek 'Hollandsche IJssel verdient erfgoedlijn' schaarden, om erfgoed toegankelijker te maken binnen een organisatiestructuur en met de middelen die een provinciale erfgoedlijn biedt.
Organisaties rond Hollandsche IJssel willen liefst eigen Erfgoedgebied
Op initiatief van de Gerard Hoogerwaard en Rob Stolk, de burgerinitiatiefnemers van Hollandsche IJssel verdient Erfgoedlijn, kwamen nagenoeg alle lokale erfgoedorganisaties, -eigenaren en gemeenten uit de Hollandsche IJsselregio samen die hun pleidooi bij de provincie ondersteunen. In dit overleg spraken vertegenwoordigers van zo’n twintig partijen over de manier waarop de deze regio het erfgoed beter beleefbaar kan maken. Slechts enkele belanghebbende organisaties ontbraken, die vooraf te kennen hadden gegeven zich aan te sluiten bij de initiatieven. De provincie doet onderzoek naar de uitbreiding van de Erfgoedlijnen Waterdriehoek en Trekvaarten met de Hollandsche IJssel. De stakeholders uit Krimpen, Capelle, Krimpenerwaard, Zuidplas en Gouda, en de gemeente zelf, hebben tijdens de vergadering unaniem de voorkeur uitgesproken voor een eigen Erfgoedregio Hollandsche IJssel waarop bestaande Erfgoedlijnen zich aansluiten. Zo komt de eigenheid van de Hollandsche IJsselregio beter tot zijn recht dan als onderdeel van een bestaande Erfgoedlijn. Deze boodschap is aan de provincie overgebracht en aan het adviesbureau Arcadis.
Hollandsche IJssel verdient erfgoedlijn
De gemeenten Zuidplas, Gouda, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard en de historische organisaties willen dat de Hollandsche IJssel onderdeel worden van een erfgoedlijn. Dit legt de basis voor een integrale marketing voor de Hollandsche IJsselregio en kan watergebonden en industrieel erfgoed langs de dijken beleefbaarder maken. Cultuurhistorische verhaallijnen eindigen immers niet bij de gemeentegrenzen.
Gemeente Gouda wil autoluwe Veerstal
De gemeente Gouda is van plan om de Veerstal autoluw te maken en meer ruimte te bieden aan fietsers, voetgangers en recreatie. Op korte termijn worden er tijdelijke maatregelen genomen, zoals het instellen van een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, aanpassingen van kruispunten en smallere rijbanen. Deze maatregelen zullen naar verwachting het aantal verkeersbewegingen verminderen. Een definitieve herinrichting met een autoluw karakter is nog niet mogelijk gebleken na een proef in 2021, omdat dit elders in de stad problemen zou veroorzaken. De gemeente onderzoekt echter de mogelijkheden om in 2030 een autoluwe Veerstal te realiseren, maar dit hangt af van andere projecten die daarvoor klaar moeten zijn en gesprekken met de provincie en de gemeente Krimpenerwaard. Het college benadrukt dat het monitoren van het verkeer en gesprekken met verschillende partijen belangrijk zijn, en de gemeente betrekt bewoners, ondernemers en belangengroepen bij het proces. De gemeente heeft ook een nieuwe website gelanceerd www.goudagoedopweg.nl waar informatie over het Verkeerscirculatieplan (VCP) en de verschillende projecten te vinden is. (Bron Kontakt Goudsepost)
Boek en tentoonstelling over steenbakkerij Hitland
Wie waren de steenbakkers op Klein Hitland? Wat hebben we terug kunnen vinden van de fabriek en de mensen die er werkten en woonden? Rob Stolk stelt van de reconstructie van het verleden een tentoonstelling samen, met teruggevonden objecten van deze steenplaats, die komen uit archieven en het resultaat zijn van zoeken en donaties. Bart Belonje maakte maquettes van de drie stadia van de steenplaats.
Hier draaien de steenfabrieken op: turf
In een steenbakkerij, zoals Hitland, werd turf gebruikt als brandstof. Dat kwam uit Friesland waar Lemmer een belangrijke rol vervulde voor de handel. Dat gold ook voor het Drenthse Meppel. Hier passeerden de turfschepen die in het achterland hun lading haalden.
Alle vijf gemeenten willen onderdeel worden van erfgoedlijn Provincie
Het pleidooi van Gerard Hoogerwaard en Rob Stolk, gericht aan de provincie om de Hollandsche IJssel onderdeel te maken van een erfgoedlijn, krijgt inmiddels steun van nagenoeg alle betrokken organisaties uit de kernen van Haastrecht tot aan de IJsselmonding. De gemeenten Zuidplas, Gouda, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard steunen hun pleidooi. Dit legt de basis voor een integrale marketing voor de Hollandsche IJsselregio en het realiseren van kansen voor het beleefbaarder maken van watergebonden en industrieel erfgoed langs de dijken. De cultuurhistorische verhaallijnen eindigen immers niet bij de gemeentegrenzen.
Buurtgroep Capelle-West wil IJssel beleefbaar maken voor recreanten
Als het aan Buurtgroep Capelle-West ligt wordt de IJsseldijk tussen de Algerabrug en het Zalmhuis met het door de overheid beschikbaar gestelde budget voor herinrichting van de Algeracorridor een zone voor langzaam verkeer. Het effect is dat de (fiets)verkeersveiligheid toeneemt en de overlast van sluipverkeer door Kralingseveer en Capelle-West afneemt. Aan de oever van de IJssel zien de initiatiefnemers de komst van bankjes en historische verwijzingen op informatieborden en voorwerpen/kunstwerken die verwijzen naar de watergebonden activiteiten uit het verleden. Bewoners en passanten kunnen de rivier dan beter beleven, net als aan de Dorpsstraat en Groenedijk en aan de Rotterdamse zijde rond de Van Brienenoordbrug. Dit plan wordt gesteund door HV Capelle aan den IJssel. Het is ook meegenomen in het pleidooi Hollandsche IJssel verdient een Erfgoedlijn van Hoogerwaard en Stolk.
Eind van een tijdperk: Passionistenklooster verdwijnt uit Haastrecht
Afgelopen zondag was de laatste kerkdienst in de Sint-Gabriëlkerk van het Passionistenklooster in Haastrecht. De sluiting van het klooster, een eeuw na de ingebruikstelling van het gebouw tussen de Provinciale weg en de Hollandsche IJssel halverwege Haastrecht en Oudewater krijgt het van de gemeente Krimpenerwaard een nieuwe bestemming als woon-/zorgcentrum voor ouderen die het minder breed hebben. De zeven laatste geestelijken die er wonen gaan naar het Sint-Franciscusklooster in Oudewater, de kerkleden zijn overgeschreven naar de Barnabaskerk in Haastrecht. Lees ook: Passionistenklooster verdwijnt na een eeuw.
Alle historische organisaties willen bij erfgoedlijn
De notitie, dat een pleidooi is richting de provincie Zuid-Holland om de Hollandsche IJssel onderdeel te maken van een Erfgoedlijn, wordt gesteund door alle historische organisaties. De instemming met de kansen die erin geboden worden van Historische Vereniging Die Goude, was de laatste die binnenkwam. Daarnaast gaf een aantal musea en andere erfgoed-instanties aan achter de aanbeveling te staan. Ook Bureau de Erfgoedwerf dat in 2017 samen met Waterrecreatie Nederland de zogenoemde Kansenkaart ontwikkelde voor de ontwikkeling van de vrijetijdseconomie in de regio door ontwikkeling van waterrecreatie en watergebonden erfgoed, staat achter de visie dat het watergebonden erfgoed meer bezoekers kan krijgen door de dijken te promoten als ontsluitingswegen, bij voorkeur voor langzaamverkeer, dan de rivierweg.
Update over Oostindiëvaarders De Houtman
Omdat het VOC-verleden van de Goudse gebroeders De Houtman, waarnaar een park is vernoemd en een monument, ter discussie staat, heb ik het verhaal over de omstreden broers in de rubriek Historie->Markante personen nog eens onder de loep gehouden. Frederik de Houtman blijkt niet alleen bekend vanwege zijn soms brute optreden in De Molukken, maar ook door de nauwkeurige sterrenwaarnemingen die hij en Pieter Dirksz Keyser voor de bekende cartograaf Petrus Plancius maakten van het zuidelijk halfrond. Tot op de dag van vandaag worden de namen van twaalf sterrenstelsels, die aan de hand van deze waarnemingen zijn samengesteld, gebruikt. Ook verscheen er in Australië in 2019 een biografie over van Frederik de Houtman van de hand van zijn adept dr. Howard Gray.
Historische bruggen Overtuin Bisdom van Vliet gereconstrueerd
HAASTRECHT - De drie historische bruggen in de Overtuin Bisdom van Vliet zijn door Stichting Overtuin Bisdom van Vliet gerestaureerd in orginele staat. Hiermee is de sfeer van 1923 weer teruggebracht in de tuin met Engelse landschapsstijlelementen die tegenover het Museum Paulina Bisdom van Vliet ligt. De feestelijke ingebruikstelling is zaterdag 15 oktober om 17 uur. Voorafgaand vertelt historische tuinonderzoeker Jan Holwerda in het Witte Hof over de historie en verschillende stijlelementen van de Overtuin. Markant is het familiegraf van Bisdom van Vliet en het graf van het hondje van Paulina dat in de tuin te vinden is.