Wij bieden niet alleen wetenswaardigheden en nieuws over recreatie en uitgaan in de Hollandsche IJsselregio, maar ook over bezienswaardigheden, cultuur, ontstaansgeschiedenis en natuur.

Deze site moet langzaam uitgroeien tot het virtuele ecomuseum van de Hollandsche IJssel in Zuid-Holland. Dus van Haastrecht tot aan de Nieuwe Maas. Wie ideeën heeft, of iets te melden, kan zijn bericht of beeldmateriaal sturen via deze link


ACTUEEL

De regionale actualiteiten en activiteiten op gebied van cultuur, groen en andere recreatieve dingen vindt je bij onze Facebookgroep HIJM.info


Week 01 1632

1632-1707 Hendrik Bary

Hendrik Bary (1632-1707) had meer succes dan zijn mede-leerling bij Reinier van Persijn, Aert van Waes. Bary werd een bekend portrettist. Van zijn helden Willem van Oranje, Michiel de Ruyter, Hugo de Groot en Erasmus maakte hij gravures, maar ook spotprenten. Over geld maakte hij zich als regent van het tuchthuis van Gouda geen zorgen. Zijn vrouw was Margaretha, dochter van burgemeester Govert Suijs.

Lees meer »
Week 01 1631

1631-1683 Slaafje op ruiterportret Maurits Lodewijk I van Nassau Lalecq

Maurits Lodewijk I was de zoon van de nooit getrouwde Prins Maurits van Oranje die de heerlijkheden de Lek en Beverweerd van zijn vader erfde, zodat hij zich ondermeer Heer van Lalecq kon noemen. We weten dat Maurits Lodewijk I en zijn jongere broer Hendrik voor hun neef stadhouder Willem III op veldtocht gingen. Hendrik van Nassau, heer van Ouderkerk, sneuvelde al jong en kreeg een prominente plek in het praalgraf van de Ouderkerkse dorpskerk

Een groot deel van de Krimpenerwaard behoorde toe aan de Van Nassaus. Toen prins René van Chalon van Orange, geboren als Reinhart van Nassau Breda, overleed, zorgde keizer Karel V ervoor dat René’s neefje, Willem van Nassau Dillenburg, bijgenaamd De Zwijger, zijn erfgenaam werd.

Ook de heerlijkheid De Lek viel Willem de Zwijger ten deel, dat was een flink deel van de Krimpenerwaard, met Ouderkerk als belangrijkste dorpskern.

De jonge Willem van Nassau-Dillenburg kreeg niet alleen heel veel bezittingen in Nederland en België in de schoot geworpen, maar ook in Frankrijk, waaronder bezittingen in Franche Comté en het soevereine staatje prinsdom Orange aan de Rhône, niet ver van Avignon, waaraan hij zijn titel en soevereiniteit aan dankte.

Na zijn huwelijk met de rijke Anna van Egmond werd de jonge prins in een klap de grootste landeigenaar van de Lage Landen. Van Oranje had daarom weinig tijd om zich met zijn heerlijkheid De Lek te bemoeien, dat toen hooguit wat inkomsten uit visrechten genereerde. O ja, er waren natuurlijk ook nog wat boerderijen en steenplaatsen die bijdragen aan zijn schatkist. Willem liet net als zijn voorgangers de lage rechtspraak en het vruchtgebruik over aan een ambachtsheer. De hoofdplaats van Lalecq was Ouwerkerk (Ouderkerk aan den IJssel). 

Lees meer »

1631-1714 Christoffel Pierson

Christoffel Pierson werd in 1631 Den Haag geboren als zoon van een soldaat. Hij verhuisde naar Schiedam en trouwde in 1652 met Maria Willems. Het aanbod dat hij in 1653 tijdens zijn verblijf met zijn leermeester Meyburg in Duitsland kreeg om hofschilder van koningin Christina van Zweden te worden, sloeg hij af. Een jaar later nam het koppel met hun kind zijn intrek in Gouda.

Hier tekende Pierson op kalfsleer met inkt kopieen van de Goudse Glazen van de Sint-Janskerk voor reparatiedoeleinden, net als Arent Lepelaer en Julius Ceasar Boëthius dat deden. Na de dood van Maria in 1679 keerde hij met zijn nieuwe echtgenote Joppina Hodenpijl terug naar Schiedam, waar hun zoon Allard werd geboren, stamvader van het bankiersgeslacht Pierson.

Joppina overleed en Christoffel trouwde opnieuw, om in 1692 terug te keren naar Gouda. Hier werd hij in 1696 glazenier van de Sint Janskerk. Hij overleed in 1714, vier jaar na zijn derde vrouw Amarenthe Maria Paeuw.

Zijn olieverfschilderijen zijn te vinden in het Frans Hals Museum in Haarlem en in het Germanisches Nationalmuseum in Neurenberg. Het Museum Gouda heeft Een gezicht op Gouda en Een gezicht op het kasteel van Gouda, van rond 1684.

Lees meer »
Week 01 1630

1630-1676 Admiraal Jan den Haen had steenplaats in Ouderkerk met twee zellingen in Nieuwerkerk

De Goudse admiraal Jan den Haen kreeg niet zo’n heldenstatus als de zeehelden Tromp of De Ruyter en ging ondanks zijn rang roemloos ten onder tijdens een ongelukkige zeeslag in Italië. Toch maakte Jan heel veel mee in de 27 jaren die hij bij de marine van de Republiek der Zeven Provinciën diende.  Jan en zijn gelijknamige zoon investeerden hun verdiensten in steenplaats de Doornboom in Ouderkerk aan de IJssel.

Jan den Haen werd in 1630 geboren als zoon van de Goudse messenmaker Jan Jansz den Haen en Aefken Crijnen Hola. Al jong had hij al een fascinatie voor schepen en deed hij klusjes voor schippers die in de haven lagen. In 1650 greep hij zijn kans en vertrok uit Gouda om in dienst te kunnen treden bij zijn oom Cornelis (Kees) Hola, die kapitein was van de Admiraliteit van Amsterdam.

Wonen aan de Turfmarkt

Jan trouwde in 1652 met Magdalena Cools. In datzelfde jaar voer hij als secretaris van zijn oom Kees Hola mee op het schip De Gouda tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. Toen zijn oom wegens lafheid in het jaar daarop in ongenade was geraakt, bleef Jan in dienst en stapte over op het schip de Bommel van kapitein Pieter van Brakel.

In 1654 kocht hij zijn eerste huis De Bonte Koe in Gouda aan de Turfmarkt 92/94. Zijn vrouw Magdalena had daar kort plezier van, want ze stierf een jaar na de dood van hun eerste zoontje Jan.

Den Haen maakte al snel promotie en werd in 1656 benoemd tot luitenant. Als luitenant-commandeur van het schip de Haarlem (40 kanonnen) vocht hij op 29 oktober 1658 bij de Slag in de Sont bij Denemarken. Dat was ook het jaar dat hij hertrouwde met Hillegonda Hendricksdr Kleymeel. Op 12 maart 1659 werd hij buitengewoon kapitein op de Haarlem.

Door een ziekte, die hij in Denemarken opliep, werd hij echter gedwongen naar Nederland terug te keren en moest hij zelfs aankloppen bij de armenzorg, want als buitengewoon officier werd zijn gage niet door de Admiraliteit doorbetaald.

Vanwege de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog werden opnieuw manschappen geronseld en kon Den Haen opnieuw aanmonsteren bij de marine. Hij kreeg in 1665 het bevel over de Stad en Lande om mee te doen aan de Slag bij Lowestoft in het Vijfde Eskader onder vice-admiraal Cornelis Tromp. Jan heroverde tijdens deze slag het schip de Great Charity op de Engelsen, dat eerder onder Nederlandse vlag voer. Ook al verliet hij daar met zijn oorlogsbuit het slagveld zonder order, als beloning kreeg hij een gouden ereketen en de theoretische tegenwaarde van het schip, 10.000 Engelse ponden.

Financieel stond hij er nu plots veel beter voor. Met dat geld loste hij zijn hypotheek op De Bonte Koe af en kocht hij een nieuw huis op de Turfmarkt, dat later bekend zou worden als Het Admiraalshuis. Ook kreeg hij van de Admiraliteit een vast dienstverband en het commando op de Calantsoog, een oorlogsbodem met 68 kanonnen.

In de Vierdaagse Zeeslag tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, die plaatsvond in juni 1666 tussen de Engelse en Vlaamse kust, raakte de Calantsoog zwaar beschadigd. Het jaar daarop voer hij met hetzelfde schip mee in de Tocht naar Chatham in het eskader van luitenant-admiraal Willem Joseph van Ghent. Dat leverde hem in 1670 een bevordering op tot schout-bij-nacht.

Schout-bij-nacht op de Gouda

Tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog, kwam Jan als kapitein terug op de Gouda, waar hij als jonge schrijver bij zijn oom Kees was begonnen. Als schout-bij-nacht was hij de plaatsvervangende vice-admiraal. Het schip van de schout-bij-nacht voer in de regel als hekkensluiter van een eskader. De Gouda speelde een rol in 1672 bij de Slag bij Solebay onder Michiel de Ruyter. Na afloop verving hij vice-admiraal Isaac Sweers.
Den Haen, die Orangist was, beschuldigde na dit treffen vijf officieren van lafheid. Volgens de krijgsraad was dat echter ten onrechte. Hij maakte door zijn opstelling geen vrienden onder de andere officieren van de Republiek.

In 1673 was hij zowel bij de Eerste als de Tweede slag bij Schooneveld van de partij, opnieuw als secondant van Cornelis Tromp. Jans optreden tijdens de Slag bij Kijkduin, waarbij de Engelsen werden verslagen en Den Haen van schip moest wisselen, werd op 6 oktober 1673 beloond met zijn benoeming tot vice-admiraal, als vervanger van de gesneuvelde Isaac Sweers.

Zijn privévermogen nam gestaag toe. In dat jaar kon hij in Gouda de voormalige Barbarakapel op de hoek van de Keizerstraat en de Kuiperstraat opkopen.

Gevechten bij Italië

Na de Franse invasie draaiden de rollen om en werd Spanje bondgenoot van Nederland. Admiraal Tromp werd in 1674 naar de Middellandse Zee gestuurd om de Spaanse vloot te ondersteunen bij de verovering van de Franse kust. Den Haen voer als hoofd van een smaldeel als zijn rechterhand.

In augustus 1675 kreeg vice-admiraal Den Haen opdracht van De Ruyter om met zijn eskader, waarin ook de Goudse kapitein Pieter van Middellandt voer met het schip de Steenbergen, richting Zuid-Italië te koersen om in Calabrië de bevolking van Messina te helpen die in opstand was gekomen tegen de Franse overheersers.

Er was geen klik tussen De Ruyter en Den Haen, de laatste voelde zich niet serieus genomen en wilde niet met de Spanjaarden samenwerken. Den Haen wachtte met zijn eskader niet op de hoofdvloot, maar voer naar Napels om te zien of daar met handel wat te verdienen viel. Na herhaalde orders van De Ruyter, keerde hij pas na zeven weken, op oudjaarsdag, met zijn oorlogsschepen bij de hoofdvloot terug. Die lag intussen in een haven bij de ingang van de door de Franse vloot gecontroleerde Straat van Messina tussen Sicilië en Calabrië.

Den Haen kreeg daar bonje met zijn stadsgenoot schout-bij-nacht Pieter van Middellandt van de Steenbergen, die niet met Jan was meegegaan, maar wel op De Ruyter had gewacht; een ruzie die door De Ruyter moest worden bijgelegd.

Bij de Slag bij Stromboli op 8 januari 1676 verloor de Nederlandse vloot van de Franse, ondanks de hulp van een Spaans schip. Napels bleef wel voor Spanje behouden.

In april troffen ze de sterke Franse vloot onder Duquesne opnieuw. Deze keer kort maar hevig in de Slag bij Agusta aan de oostkust van Sicilië. Er vielen bij dit treffen veel gewonden en doden, waaronder De Ruyter, maar er ging geen schip verloren.

Den Haen, die het derde eskader aanvoerde, kon niet op tijd bij de gevechten aan de frontlinie komen, omdat het tweede eskader, bestaande uit Spaanse schepen, hem ophield.

Admiraal door sneuvelen De Ruyter

De Krijgsraad benoemde Jan na het overlijden van De Ruyter tot bevelhebber over de vloot en daardoor wapperde de admiraalsvlag op de Gouda (76 kanonnen), toen ze met het ge­balsemde lichaam van De Ruyter via de zuidkant van Sicilië naar Palermo voeren voor reparaties.

Den Haen zond een brief naar prins Willem III van Oranje met het advies om Cornelis Tromp tot opvolger van De Ruyter te benoemen. Tegelijkertijd verzocht hij de Admiraliteit van Amsterdam of hij als opvolger van Tromp de nieuwe luitenant-admiraal kon worden.

Wat ook het antwoord zou zijn geweest, die post las hij nooit: zijn achterhoofd werd eraf geschoten tijdens de Slag bij Palermo op 2 juni 1676. Daar lag de Spaans-Nederlands vloot nog voor reparatie toen de Fransen er branders op af konden sturen.

Jan den Haen (46) stond voor de grote mast op het vinkennet, toen hij door de kogel werd getroffen. Zijn stadsgenoot en schout-bij-nacht Pieter van Middellandt was al een paar dagen ziek in zijn kajuit toen zijn schip de Eendracht in brand vloog. Om zijn leven te redden sprong die uit een raam en verdronk.

Het praalgraf van De Ruyter, gemaakt door beeldhouwer Rombout Verhulst, was het laatste dat voor zeehelden van de natie werd opgericht, want toen de Admiraliteit van Amsterdam ook een praalgraf voor Den Haen wilde laten oprichten – de opdracht was al gegeven aan Verhulst – werd dat door de Staten-Generaal verboden. Jan was immers niet door de overheid, maar door de krijgsraad tot vervangend vlootaanvoerder benoemd. Een eerbetoon was ook niet passend vanwege het grote verlies dat de vloot onder zijn leiding had geleden bij Palermo. Mogelijk speelde zijn eigengerijde gedrag een rol en de ‘moeilijke geaardheid’, waarvan Michiel de Ruyter hem had beticht.

Graf in Sint Janskerk

Den Haen werd op 26 april 1677, bijna een jaar na zijn dood, in de Goudse Sint Janskerk begraven aan de voet van glas 22. Een rouwbord met zijn naam, de overlijdensdatum en zijn degen werden in de kerk opgehangen. Ze zijn nu in Museum Gouda te zien.

Van Jan den Haen zijn geen portretten gemaakt, zoals van de andere zeehelden De Ruyter en Tromp. Daardoor weten we niet hoe hij eruit heeft gezien.

Eigenaar steenfabriek

Voordat hij koers zette naar Zuid-Italië investeerde Den Haen geld in 1675 in een Ouderkerkse steenplaats in de Hoge Nesse (IJssellaan), waarschijnlijk De Schans, die had  twee zellingen in het er tegenoverliggende Nieuwerkerk. De admiraal verstrekte kennelijk ook leningen, want Merritgen Gielen van steenplaats de Schans, de weduwe van Thonis Leendertse Steenbacker, die geholpen werd door Ariaan Janszoon Uytenbroek, loste in 1677 een schuld van 1200 gulden af die zij bij hem had.

Zoon Jan erfde de steenplaats toen zijn vader sneuvelde, maar verkocht hem op 3 mei 1683 aan Cornelis Aryen Weggeman.

Jan juniors carrière als zeeman duurde te kort om een rol van betekenis te spelen in de vaderlandse geschiedenis. in 1689 verdronk hij in Plymouth.

Lees meer »

1630-1673 Adriaen van der Spelt

Adriaen van der Spelt (±1630-1673) werd omstreeks 1630 in Leiden geboren als zoon van de oorspronkelijk uit Gouda afkomstige glazenmaker Job Adriaensz. van der Spelt. Hij was waarschijnlijk omstreeks 1644 een leerling van Wouter Crabeth II. Hij is vooral bekend geworden als schilder van (bloem)stillevens. In 1658 werd hij lid van het schildersgilde in Leiden. Daarna vestigde hij zich als kunstschilder in Gouda. Van 1664 tot 1670 schilderde hij in Berlijn aan het hof van de Frederik Willem van Brandenburg, keurvorst van Brandenburg.

Na zijn Berlijnse periode keerde hij terug naar Gouda. Hij trouwde voor de derde keer met een kwaadaardige vrouw uit Groningen, volgens geschiedschrijver Ignatius Walvis.

Lees meer »
Week 01 1620

1620-1664 Aert van Waes

Aert van Waes (±1620-na 1664) werd vooral bekend door zijn prenten van alledaagse figuren: ‘aartige boerten’ volgens kronieker Walvis. Hij legde landlopers, zigeuners en boeren vast. Geen opdrachtgevers waarop een kunstenaar op binnenliep. Volgens de historicus Walvis zou ook hij de tocht via Frankrijk naar Italië hebben gemaakt als leerling van Crabeth. Het etsen leerde hij van Reinier van Persijn. Van Waes (±1620-na 1664), was zo gefrustreerd dat hij van met zijn kunst niet genoeg kon verdienen, dat hij de hiernaast afgebeelde ets maakte in 1645. Het bijschrift spreekt boekdelen. 

Lees meer »
Week 52 1617

1617-1672 Goudse pijpen maken begint in de Gouden Eeuw

De Goudse pijpen waren in de Gouden Eeuw een begrip, geen product van eigen inwoners, maar van Engelse huurlingen van het Staatse leger die tijdens het Twaalfjarig Bestand wat bijverdienden met pijpen maken.

Indianen leerde de westerse wereld dat tabak in pijpen gerookt kan worden. Nu weten we dat de verslaving die dat zou opleveren, slecht is voor de gezondheid, maar in de Gouden Eeuw telde dat nog niet en werd er sinds de introductie in Leiden door Franse en Engelse studenten rond 1590 lustig op losgepaft.

Engelse soldaten uit het staatse leger die zich de kunst van het pijpenmaken hadden eigengemaakt, wilden iets bijverdienen en gingen de eerste pijpen maken. William Baernelss, die Willem Barendts werd genoemd, was een van hen. Hij woonde in Gouda Achter de Vismarkt, niet ver van de Gouwe. Hij overleed in 1625, nadat hij acht jaar pijpen had gemaakt.

De pijpenmakers bakten de keramieken pijpen niet zelf. Ze vormden ze alleen. Het bakken lieten ze over aan de talrijke pottenbakkers die de opdrachten – door de stagnatie van de verkoop van eigen hun waren – goed konden gebruiken om de kas te spekken. Alle pottenbakkers werkten aan het eind van de Gouden Eeuw in opdracht van de pijpenmakers, de meesten uitsluitend.

De eerste pijpenmakers importeerden de witbakkende klei uit Engeland, later gingen ze over op Keulse, Maastrichtse (uit de Ardennen) en Rozendaalse (uit Doornik) klei, die sterker was.

 

Jong geleerd

Kinderen werden al jong in de leer gedaan bij een Engelse meesterpijpenmaker om het vak onder de knie te krijgen. Er is een voorbeeld van een elfjarige knul die een werkovereenkomst kreeg voor vier jaar, waarbij hij om vijf uur ’s ochtens moest beginnen en tot ’s avonds laat werkte. Zondag was een vrije dag. ’s Winters mocht hij een uur later beginnen.

Rond 1641 waren er meer Goudse dan Engelse pijpenmakers, die hun vak nog steeds tijdens hun soldatendienstverband uitoefenden. Toen Goudse pijpenmakers die het kunstje hadden geleerd een gilde wilde maken die de Engelsen uitsloot, kregen ze van de vroedschap nul op rekest. Dit kwam door de protesten van de meewerkende echtgenotes van de Engelsen.

Een kleine twintig jaar later kwam toch dat pijpengilde, waar iemand alleen lid van kon worden na een proeve van bekwaamheid. Wie probeerde pijpen te maken als niet-lid van het gilde, werd gesommeerd de stad te verlaten. Het aantal gildeleden nam snel toe en telde 80 leden in 1665.

Na het Rampjaar 1672 dat het eind van de Gouden Eeuw betekende, kwam er de klad in. Ontslagen knechten begonnen noodgedwongen voor zichzelf, waardoor het aantal gildeleden verdubbelde in 1679 en groeide tot zelfs 230 leden zes jaar later. Een eigen Goudse pijpenmarkt kwam op de Nieuwmarkt, toen de Amsterdamse pijpenmarkt, waar de handel aan de man werd gebracht, zijn markttarieven verhoogde.

Lees meer »

1617-1649 Jan Ariens Duyff

Op 18 Juni 1626 belandde Jan Ariensz. Duyff (1617-1649) op negenjarige leeftijd in het Weeshuis. Daar viel zijn schilderstalent op en ging hij in de leer bij zijn neef Wouter Crabeth II. Hij werd bekend door zijn portretten en genrevoorstellingen.

Ander werken van Duyff zijn portretten van de franciscaan Gregorius Simpernel uit 1640 en van de lutherse predikant Clemens Bijleveld uit 1642. Ook een afbeelding van de overleden pater Simpernel in 1649 is van zijn hand, het jaar waarin hij zelf nog jong stierf aan een ‘schielijke beroerdheid’, slechts twee jaar nadat hij met Marytie Pietersz, was getrouwd, .

Duyff kwam onlangs weer in de belangstelling door een vergeeld krantenknipsel uit 1986 met een afbeelding een schilderij van zijn hand van twee Goudse martelaren en andere Goudse geestelijken die door de geuzen werden vermoord. Goudse kerkhistoricus Paul Habels analyseerde de prent en publiceerde er op 14 februari 2024 over. op zijn website  Hij vindt dat dit schilderij een plaats verdient in het Gouds Museum en is - tot nu toe vergeefs - op zoek naar de onbekende eigenaar die het in 2013 op een veiling van Christies kocht voor 6200 pond. Christies dacht dat het was van de Antwerpse schilder Adriaen van Nieuwland en gaf als omschrijving “Thomas Becket omringd door monniken en putti”.  Het hele verhaal over wat zich afspeelt en wie er op het schilderij staan afgebeeld kun je lezen op Habels eigen website... link

Lees meer »
Week 01 1615

1615-1668 Reinier van Persijn

Net als vele kunstenaars trok de in Alkmaar geboren Reinier van Persijn (1615-1668 naar Rome. Evenals Crabeth II werd hij lid van de Roomsche Schildersbent de Bentvueghels onder de naam Narcissus. Hij vestigde zich in Gouda en trouwde met Elisabeth van Raemburgh. Na haar overlijden huwde hij opnieuw, nu met Maria, de dochter van schilder Wouter Crabeth II.

Van Persijn zijn veel gravures bewaard gebleven in Museum Gouda.

Lees meer »
Week 01 1609

1609-1672 Willem Vroesenhuis gebouwd van opbrengst loterij

Aangevoerd door de bikkelharde geuzenleider Lumey, veroverden in 1572 de protestantse watergeuzen Gouda. Vervolgens staken ze het klooster van Sint Margaretha tegenover het Oudemannenhuis bij de Sint Janskerk in brand. Het klooster ging verloren, maar omdat een aantal mannen wisten te voorkomen dat het vuur oversloeg bleef het huis ertegenover met zijn inboedel behouden

Lees meer »
Week 01 1602

1602-1647 Jan Franse Verzijl

Jan Franse Verzijl (1602-1647), was eveneens een leerling van Wouter Crabeth II. Net als zijn leermeester bezocht hij Italië en wordt hij tot de caravaggisten gerekend. Uit het testament van zijn moeder blijkt dat hij rond 1625 in Rome verbleef, waarna hij rond 1629 de Goudse levensdraad weer oppakte. De roomse kunstenaar schilderde waarschijnlijk vaak in opdracht van pastoor Willem de Swaen voor de schuilkerken en statie ‘de Tol’ in Gouda. Een deel van het werk van Verzijl bevindt zich in Museum Gouda.

De kinderloos overleden weduwe van Jan Verzijl, Helena 't Hart, liet 6.000 gulden na voor een hofje aan de Nieuwehaven te Gouda. In dit hofje, het 'Hartenerf', stonden zes woningen voor arme Gouwenaren. In 1965 is het gesloopt.

Lees meer »
Week 52 1595

1595-1626 Goudse Oost-Indiëvaarders Cornelis en Frederik de Houtman

De naam van het Houtmanplantsoen met een monument in Gouda hebben we te danken aan de inspanningen van de gebroeders Cornelis en Frederik de Houtman. In de Gouden Eeuw waren ze actief in de handel op de Oost. Hun avonturen laten zich lezen als een roman die zich afspeelt in de tijd van ontdekkingsreizen en de specerijenhandel en dat ging niet zonder tegenslagen. De helden van toen, zijn de bruten van nu, want de mannen die hun leven in de waagschaal zetten voor de rijkdom van de Lage Landen en zichzelf natuurlijk, gingen over lijken.

Lees meer »

NIEUWS


Hollandsche IJssel verdient erfgoedlijn

De gemeenten Zuidplas, Gouda, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard en de historische organisaties willen dat de Hollandsche IJssel onderdeel worden van een erfgoedlijn. Dit legt de basis voor een integrale marketing voor de Hollandsche IJsselregio en kan watergebonden en industrieel erfgoed langs de dijken beleefbaarder maken. Cultuurhistorische verhaallijnen eindigen immers niet bij de gemeentegrenzen.

Lees meer »

Gemeente Gouda wil autoluwe Veerstal

De gemeente Gouda is van plan om de Veerstal autoluw te maken en meer ruimte te bieden aan fietsers, voetgangers en recreatie. Op korte termijn worden er tijdelijke maatregelen genomen, zoals het instellen van een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, aanpassingen van kruispunten en smallere rijbanen. Deze maatregelen zullen naar verwachting het aantal verkeersbewegingen verminderen. Een definitieve herinrichting met een autoluw karakter is nog niet mogelijk gebleken na een proef in 2021, omdat dit elders in de stad problemen zou veroorzaken. De gemeente onderzoekt echter de mogelijkheden om in 2030 een autoluwe Veerstal te realiseren, maar dit hangt af van andere projecten die daarvoor klaar moeten zijn en gesprekken met de provincie en de gemeente Krimpenerwaard. Het college benadrukt dat het monitoren van het verkeer en gesprekken met verschillende partijen belangrijk zijn, en de gemeente betrekt bewoners, ondernemers en belangengroepen bij het proces. De gemeente heeft ook een nieuwe website gelanceerd www.goudagoedopweg.nl waar informatie over het Verkeerscirculatieplan (VCP) en de verschillende projecten te vinden is. (Bron Kontakt Goudsepost)

Lees meer »

Boek en tentoonstelling over steenbakkerij Hitland

Wie waren de steenbakkers op Klein Hitland? Wat hebben we terug kunnen vinden van de fabriek en de mensen die er werkten en woonden? Rob Stolk stelt van de reconstructie van het verleden een tentoonstelling samen, met teruggevonden objecten van deze steenplaats, die komen uit archieven en het resultaat zijn van zoeken en donaties. Bart Belonje maakte maquettes van de drie stadia van de steenplaats.

Lees meer »

Hier draaien de steenfabrieken op: turf

In een steenbakkerij, zoals Hitland, werd turf gebruikt als brandstof. Dat kwam uit Friesland waar Lemmer een belangrijke rol vervulde voor de handel. Dat gold ook voor het Drenthse Meppel. Hier passeerden de turfschepen die in het achterland hun lading haalden.

Lees meer »

Alle vijf gemeenten willen onderdeel worden van erfgoedlijn Provincie

Het pleidooi van Gerard Hoogerwaard en Rob Stolk, gericht aan de provincie om de Hollandsche IJssel onderdeel te maken van een erfgoedlijn, krijgt inmiddels steun van nagenoeg alle betrokken organisaties uit de kernen van Haastrecht tot aan de IJsselmonding. De gemeenten Zuidplas, Gouda, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Krimpenerwaard steunen hun pleidooi. Dit legt de basis voor een integrale marketing voor de Hollandsche IJsselregio en het realiseren van kansen voor het beleefbaarder maken van watergebonden en industrieel erfgoed langs de dijken. De cultuurhistorische verhaallijnen eindigen immers niet bij de gemeentegrenzen.

Lees meer »

Buurtgroep Capelle-West wil IJssel beleefbaar maken voor recreanten

Als het aan Buurtgroep Capelle-West ligt wordt de IJsseldijk tussen de Algerabrug en het Zalmhuis met het door de overheid beschikbaar gestelde budget voor herinrichting van de Algeracorridor een zone voor langzaam verkeer.  Het effect is dat de (fiets)verkeersveiligheid toeneemt en de overlast van sluipverkeer door Kralingseveer en Capelle-West afneemt.  Aan de oever van de IJssel zien de initiatiefnemers de komst van bankjes en historische verwijzingen op informatieborden en voorwerpen/kunstwerken die verwijzen naar de watergebonden activiteiten uit het verleden. Bewoners en passanten kunnen de rivier dan beter beleven, net als aan de Dorpsstraat en Groenedijk en aan de Rotterdamse zijde rond de Van Brienenoordbrug. Dit plan wordt gesteund door HV Capelle aan den IJssel. Het is ook meegenomen in het pleidooi Hollandsche IJssel verdient een Erfgoedlijn van Hoogerwaard en Stolk.

Lees meer »

Eind van een tijdperk: Passionistenklooster verdwijnt uit Haastrecht

Afgelopen zondag was de laatste kerkdienst in de Sint-Gabriëlkerk van het Passionistenklooster in Haastrecht. De sluiting van het klooster, een eeuw na de ingebruikstelling van het gebouw tussen de Provinciale weg en de Hollandsche IJssel halverwege Haastrecht en Oudewater krijgt het van de gemeente Krimpenerwaard een nieuwe bestemming als woon-/zorgcentrum voor ouderen die het minder breed hebben. De zeven laatste geestelijken die er wonen gaan naar het Sint-Franciscusklooster in Oudewater, de kerkleden zijn overgeschreven naar de Barnabaskerk in Haastrecht. Lees ook: Passionistenklooster verdwijnt na een eeuw.

Lees meer »

Alle historische organisaties willen bij erfgoedlijn

De notitie, dat een pleidooi is richting de provincie Zuid-Holland om de Hollandsche IJssel onderdeel te maken van een Erfgoedlijn, wordt gesteund door alle historische organisaties. De instemming met de kansen die erin geboden worden van Historische Vereniging Die Goude, was de laatste die binnenkwam. Daarnaast gaf een aantal musea en andere erfgoed-instanties aan achter de aanbeveling te staan. Ook Bureau de Erfgoedwerf dat in 2017 samen met Waterrecreatie Nederland de zogenoemde Kansenkaart ontwikkelde voor de ontwikkeling van de vrijetijdseconomie in de regio door ontwikkeling van waterrecreatie en watergebonden erfgoed, staat achter de visie dat het watergebonden erfgoed meer bezoekers kan krijgen door de dijken te promoten als ontsluitingswegen, bij voorkeur voor langzaamverkeer, dan de rivierweg.

Lees meer »

Update over Oostindiëvaarders De Houtman

Omdat het VOC-verleden van de Goudse gebroeders De Houtman, waarnaar een park is vernoemd en een monument, ter discussie staat, heb ik het verhaal over de omstreden broers in de rubriek Historie->Markante personen nog eens onder de loep gehouden. Frederik de Houtman blijkt niet alleen bekend vanwege zijn soms brute optreden in De Molukken, maar ook door de nauwkeurige sterrenwaarnemingen die hij en Pieter Dirksz Keyser voor de bekende cartograaf Petrus Plancius maakten van het zuidelijk halfrond. Tot op de dag van vandaag worden de namen van twaalf sterrenstelsels, die aan de hand van deze waarnemingen zijn samengesteld, gebruikt. Ook verscheen er in Australië in 2019 een biografie over van Frederik de Houtman van de hand van zijn adept dr. Howard Gray.

Lees meer »

Historische bruggen Overtuin Bisdom van Vliet gereconstrueerd

HAASTRECHT - De drie historische bruggen in de Overtuin Bisdom van Vliet zijn door Stichting Overtuin Bisdom van Vliet gerestaureerd in orginele staat. Hiermee is de sfeer van 1923 weer teruggebracht in de tuin met Engelse landschapsstijlelementen die tegenover het Museum Paulina Bisdom van Vliet ligt. De feestelijke ingebruikstelling is zaterdag 15 oktober om 17 uur. Voorafgaand vertelt historische tuinonderzoeker Jan Holwerda in het Witte Hof over de historie en verschillende stijlelementen van de Overtuin. Markant is het familiegraf van Bisdom van Vliet en het graf van het hondje van Paulina dat in de tuin te vinden is.

Lees meer »

Waarom gaat Hollandsche IJsselkering niet dicht om zoetwater te bufferen?

Om te voorkomen dat de Hollandsche IJssel verzilt, wordt nu zoetwater vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal ingelaten om het waterniveau in de waterschappen op orde te houden in plaats van bij Gouda uit de Hollandsche IJssel. Daarom vroegen we ons af waarom de Hollandsche IJsselkering (HIJK) op het hoogste punt van hoogtij niet dicht gaat, zodat het binnengestroomde zoetwater in de rivier kan worden gebufferd en niet richting zee verdwijnt bij laagtij? Dan kan als gebruikelijk bij Gouda worden ingelaten om het achterland te voorzien van voldoende zoetwater. We stelden de vraag aan Rijkswaterstaat en kregen snel antwoord van Jeroen Vinckers, senior adviseur assetmanger Afdeling Stormvloedkeringen.

Lees meer »

“Hollandsche IJssel moet erfgoedlijn worden”

De Nieuwerkerkse vrijwilligers Gerard Hoogerwaard (adviseur erfgoed) en Rob Stolk (HIJM) werken aan een advies dat ertoe moet leiden dat de Hollandsche IJssel wordt opgenomen in een erflijn van de provincie, zoals de Erfgoedlijn Waterdriehoek, of een eigen Erfgoedlijn. Het draagvlak uit de erfgoedsector is er zeker, menen de twee. De getijrivier was immers van essentieel belang voor de ontwikkeling van Holland. Niet alleen vanwege de rol die de rivier als transportader vervulde, met Gouda als een van de belangrijkste steden, maar ook als zogenoemde werkrivier. Op de oevers werden bakstenen gebakken, schepen gebouwd, touw, netten, kabels en doeken gemaakt. Zonder deze activiteiten zou Holland, in bijzonder het Rotterdamse havengebied, zich niet hebben ontwikkeld tot wereldspelers.

Lees meer »